Monday, November 21, 2016

Microrecensie - The Godfather Part II (1974)

Zo vader, zo zoon?


De ongeschreven regel is dat sequels altijd inferieur zijn aan het origineel. The Godfather Part II is een van die aangename uitzonderingen. Na de vier rivaliserende families op bloedige wijze te hebben uitgeroeid, staat Don Michael Corleone op eenzame hoogte. Hij is nu van plan om zijn familie te 'legitimeren' in de ogen van de Amerikaanse regering, in een poging om onaantastbaar te zijn. Op de avond na het communiefeest voor zijn zoon wordt er echter een aanslag op hem gepleegd en hij beseft dat er een verrader in zijn familie moet zitten. Michael zal al zijn manipulatieve vaardigheden moeten inzetten om erachter te komen wie dit is en wie van zijn vriendelijk ogende 'zakenpartners' achter de aanslag zit. 
The Godfather Part II wordt vaak de betere film genoemd, waarschijnlijk omdat Coppola de poëtische tragiek van zijn drama hier vertienvoudigt. Het verhaal is simpeler, maar niet minder complex. De focus ligt nu op Michael en zijn vader Vito. Coppola knipt steeds van Michaels meedogenloze power struggle naar Vito's jeugd en hoe hij aan de macht kwam. Waar Michael zichzelf verliest in zijn eigen harteloosheid, wist Vito altijd het onderscheid te bewaren tussen de 'family business' en zijn 'family'. Hoe dit tragische familieverhaal zich ontvouwt is van een tragische schoonheid die zelfs de eerste film niet kan evenaren. Het enige minpunt is dat de flashbacks naar Vito's leven soms de vaart uit Michaels verhaal halen, maar The Godfather Part II lijkt uiteindelijk een groter meesterwerk dan zijn voorganger, a movie you can't refuse.


Microrecensie - The Godfather (1972)

Goddelijk drama over goddeloze familie


Was er ooit eerder een film die zo weinig aanbeveling nodig heeft als The Godfather? Het iconische misdaaddrama wordt al sinds zijn release gerekend tot de beste films aller tijden. Coppola vertelt dat hij tijdens de productie bijna zijn spullen kon pakken, omdat hij ontslagen was tijdens het schrijven van oorlogsepos Patton (1970). Maar omdat hij voor dat scenario de Oscar won, kon hij doorwerken aan The Godfather. Gelukkig voor ons...
Het verhaal is een grote mix van liefde, verraad, moord, familie en corruptie. Vito Corleone is godfather van zijn familie, een van de vijf grote misdaadfamilies in New York. Na een mislukte businessdeal wordt er een aanslag op hem gepleegd. De daaropvolgende chaos lijkt vooral de meeste gevolgen te hebben voor Michael, de jongste zoon die juist niets te maken wil hebben met de 'family business'. Het is dan ook een kwestie van tijd eer hij aan het hoofd van de familie staat. 
Elk aspect van deze tijdloze film is meesterlijk, de regie, het acteerwerk, Gordon Willis' duistere cinematografie. Meest indrukwekkend van The Godfather is misschien nog wel dat je zo moeiteloos meeleeft met harde criminelen. Nino Rota's melancholische muziek speelt hier natuurlijk een cruciale rol bij en ook de nadruk van Coppola en schrijver Puzo op het familiale aspect, de band tussen de familieleden, iets wat veel moderne misdaaddrama's over het hoofd zien. De film groeit uit tot een tijdloos drama waarbij je altijd wel iets nieuws ontdekt, hoe vaak je 'm ook kijkt. 


Microrecensie - 45 Years (2015)

Scènes uit een huwelijk


De subtiliteit van kleinschalige drama's als 45 Years laat zich helaas niet altijd vertalen in financieel succes. Jammer, want 45 Years is een drama dat met groot inlevingsvermogen en een scherp oog voor detail is gemaakt. De titel verwijst naar hoofdpersonen Geoff (Tom Courtenay) en Kate (Charlotte Rampling), een stel in Norfolk dat spoedig hun 45-jarige huwelijk zal vieren. Hun dagelijks leven is tot nu toe een kalme idylle, maar op een dag krijgt Geoff onverwacht een schokkende brief. Het bevroren lichaam van zijn vroegere vriendin blijkt na decennia te zijn gevonden. Tijdens hun gezamenlijke vakantie in Zwitserland verdween zij plotseling in een gletsjerspleet. De politie vraagt of hij naar Zwitserland wil komen om haar te identificeren. Dit ene bericht opent als het ware Pandora's doos en zal zowel Geoff en Kate ertoe dwingen de realiteit van hun huwelijk onder ogen te zien. 

Het charmante zachtaardige stel raakt langzaamaan steeds meer van elkaar vervreemd en de subtiliteit en de alledaagsheid waarmee regisseur-schrijver Andrew Haigh dit in beeld brengt maakt 45 Years tot zo'n indringende ervaring. De nadruk op het alledaagse zal bij sommigen misschien de 'gaapreflex' activeren, maar in het 'gewone' zit juist al het drama verborgen. Naarmate Kate steeds meer begrijpt hoe Geoffs dode ex-vriendin hem nog steeds achtervolgt, verandert haar beeld van haar decennialange huwelijk en haar zelfbeeld. Dit achtervolgt haar dagelijks. De gebruikelijke tripjes, de boottochten, het uitlaten van de hond, alles wat eerst nog zo vertrouwd was staat steeds meer in het kader van haar uit elkaar vallende huwelijk. Dat regisseur Haigh deze langzame overgang zo subtiel weet over te brengen, maakt van 45 Years een klein maar fijn drama. Charlotte Rampling kreeg voor haar indrukwekkende spel een terechte Oscarnominatie.


Microrecensie - The Hateful Eight (2015)

And then there were none


Enkele jaren na zijn Oscarwinnende Django Unchained komt filmicoon Quentin Tarantino met zijn tweede western, een perverse diabolische twist op The Magnificent Seven. In plaats van zeven helden die een stadje tegen bandieten beschermen, draait The Hateful Eight om acht egoïsten die elkaar voor geen cent vertrouwen. Premiejager John Ruth wil zijn gevangene Daisy naar het stadje Red Rock - en de galg - brengen. Hij belandt tijdens zijn reis samen met premiejager Marquis Warren en Red Rock-burgemeester Warren in een verlaten winkel met andere lugubere types die daar ook schuilen tegen de sneeuwstorm. Vrienden zullen ze niet gauw worden en je beseft al snel dat niet iedereen de ingesneeuwde hut levend zal verlaten.

The Hateful Eight zit natuurlijk vol gitzwarte humor, maar is eigenlijk bloedserieus. Thema's als racisme en macht zijn zo zorgvuldig verwerkt in de dialogen dat het waarschijnlijk Tarantino's meest politiek beladen drama is. Niet voor niets speelt de film zich af vlak na de Burgeroorlog... Tarantino's liefde voor het langzaam opbouwen van spanning door middel van dialoog is ook hier weer aanwezig en het duurt lang voordat de eerste dode valt. The Hateful Eight lijkt een microkosmos van (hedendaags?) Amerika en hoe alle conflicten haast onvermijdelijk bloedig lijken te eindigen. Nergens is dit duidelijker dan in het ambigue morbide einde, nog een laatste bloederige knipoog naar de Amerikaanse droom.


Tuesday, February 16, 2016

Star Wars VII: The Force Awakens (2015) Review



Lucas Versantvoort / 4 februari 2016

Het leek alsof het nooit zou gebeuren, maar toen Disney de rechten op Star Wars van George Lucas kocht, was duidelijk dat ze er meer mee zou doen dan wat Star Wars-speelgoed maken. Die 4 miljard verdien je niet zomaar terug. En dus krijgen we na al die tijd The Force Awakens voorgeschoteld. Terwijl de dagen verstreken en de releasedatum naderde, was een ding zeker: het zou ongetwijfeld een betere film worden dan wat Lucas ons rond de eeuwwisseling had te bieden. De grote vraag was echter: zou het ook, los van die vergelijking, een geweldige film worden?
Luke Skywalker, de laatste Jedi, is verdwenen. Het verzet, onder leiding van Leia, speurt wanhopig het heelal af op zoek naar iets dat ze naar Luke kan wijzen. Ook is er de First Order, de kwaadaardige organisatie die uit de as van de Galactic Empire is herrezen. Zij zoeken Luke ook, maar om totaal andere redenen. Verzetspiloot Poe Dameron krijgt op de planeet Jakku van de dorpsoudste iets wat toch wel heel erg op een usb-stick lijkt met daarop een kaart met de locatie van Luke. Het dorp wordt aangevallen door de First Order. Poe geeft de kaart aan zijn 'droid' BB-8 die dagen later stuit op Rey. Ondertussen is Poe gevangen genomen, maar hij wordt bevrijd door een met schuldgevoelens kampende stormtrooper. Ze ontsnappen met een TIE-fighter en Poe zegt terug te moeten gaan naar Jakku om BB-8 op te halen. Ze worden neergeschoten en storten neer op Jakku. Poe lijkt te zijn gestorven. De stormtrooper, Finn, slentert door de woestijn en stuit op Rey en BB-8. Zo begint de wat ongemakkelijke alliantie tussen de twee die nu meegezogen worden in de strijd tussen het verzet en de First Order. 
Wat meteen opvalt is dat The Force Awakens duidelijk gemodelleerd is naar A New Hope. De aanwezigheid van scriptschrijver Lawrence Kasdan (die ook aan V en VI werkte) zal hier natuurlijk iets aan bijgedragen hebben. Voordat de film uitkwam, zeiden regisseur Abrams en co dat ze vooral de ‘magie’ van de vroegere films wilden vastleggen en dat is begrijpelijk, zeker gezien het falen van de prequels van Lucas. Maar deze trouw aan de klassiekers maakt de film ook vrij voorspelbaar. Natuurlijk probeerde Lucas met zijn prequels ook parallellen tussen de trilogieën te creëren, maar zijn prequels - of je ze nou waardeert of niet - stonden wel los van de originele trilogie en waren unieke films. Het trouw blijven aan de originele films zorgt ervoor dat The Force Awakens overkomt als het product van doelbewust op ‘safe’ spelen. Je moet jezelf dan toch afvragen wat The Force Awakens eigenlijk bijdraagt aan de serie. 
Je kunt merken dat The Force Awakens een product van onze tijd is aan het geslacht en de huidskleur van hoofdpersonen Rey en Finn. Dit is natuurlijk geen probleem, zeker gezien het feit dat het Star Wars-universum altijd overwegend blank is geweest. Wel problematisch zijn die paar momenten dat de schrijvers Rey wel heel duidelijk als een vrouwelijke actieheld willen neerzetten met zinnen als 'stop taking my hand'. Vrij contraproductief. Rey heeft dit soort feministische knipogen niet nodig, omdat ze al qua actie toch niet teleurstelt. Veel effectiever is de scène waarin Han Solo haar een pistool aanbiedt. Zij weigert en zegt dat ze wel voor zichzelf kan zorgen waarop Solo zegt dat hij dat wel weet en haar daarom juist het pistool aanbiedt. 
Over feminisme en racisme gesproken, de onvermijdelijke artikelen zijn al opgedoken waarin het portretteren van Finn wordt bekritiseerd. Het is waar dat hij iets te vaak de komische noot is wat ook zijn karakterontwikkeling ondermijnt. (semi-spoiler) De scène waarin Rey - niet Finn - een belangrijk gevecht afmaakt, is bijvoorbeeld bekritiseerd, omdat (volgens een artikel) het uiteindelijk de blanke is die het meeste werk doet. Het probleem is echter dat dit juist een vrij onoplosbaar probleem is. Waarom? Als Rey wint, klaagt 'zwart Amerika'. Als Finn wint en Rey bewusteloos was, klaagt 'vrouwelijk Amerika' klagen dat de vrouw 'zoals zo vaak' bewusteloos is en gered moet worden door een man. Kortom: je kunt niet iedereen tevreden stellen. We zullen ook moeten afwachten wat Rey en Finn in de komende twee films allemaal gaan doen om te zien of deze klachten terecht zijn.
Aan de cast valt niets op aan te merken. Hier werpt het vasthouden aan de oude vertrouwde formule zijn vruchten af. A New Hope had de relatief onbekende Mark Hamill in de hoofdrol en de markante bijrollen werden ingevuld door grootse acteurs als Alec Guinness. Dit had als gevolg dat je je makkelijker kon verplaatsen in de hoofdpersoon. In The Force Awakens hebben we nieuwkomers Daisy Ridley als Rey en John Boyega als Finn die allebei hun rollen met veel overtuiging invullen. Ook Adam Driver als Kylo Ren maakt veel indruk. Hoe hij in een cruciale scène een zin als ‘I'm being torn apart’ zo geloofwaardig weet te maken is een kunst op zich. 
Ook de choreografie is bevredigend. Abrams en co vervallen gelukkig niet in de overdreven, emotieloze vechtkunstjes van de prequels. De lightsaber-gevechten voelen realistisch en wanhopig aan. Abrams kiest er voor om de gevechten van heel dichtbij te filmen - en zelfs zonder 'shaky-cam' - waardoor de actie te overzien is en veel intenser overkomt. 
Je merkt dat de schrijvers de avontuurlijke stijl van A New Hope wilden herpakken en dit lukt grotendeels. Wel gaat Abrams iets te vaak voor die typische oneliners die de spanning soms teveel eruit halen. Daar staat weer tegenover dat de schrijvers ook weten wanneer een gebrek aan dialoog een scène juist versterkt, bijvoorbeeld de lange introductie van Rey en haar miserabele dagelijks leven. Het is het gebrek aan dialoog dat deze scène zo goed maakt, zeker in combinatie met de muziek van John Williams. 
Over Williams gesproken, het is natuurlijk bijzonder dat de inmiddels 83-jarige componist Star Wars weer voorziet van zijn onmiskenbare muziek. Je zou denken dat Williams op de muzikale stijl van de prequels zou voortbouwen, maar voor The Force Awakens keert hij terug naar die heerlijk 'ouderwetse' stijl die de originele trilogie zo iconisch maakte. Enige minpunten zijn dat hij wel heel erg leunt op de oude vertrouwde melodieën en dat de nieuwe melodieën niet meteen zo herkenbaar zijn als je zou hopen. Net zoals de vraag wat The Force Awakens nou precies onderscheidt van de andere films, kun je je ook afvragen wat deze soundtrack nou onderscheidt van de andere zes. Uiteindelijk is het de finesse waarmee Williams de oude vertrouwde stijl weer toepast die toch veel respect afdwingt. 
Het is niet zozeer de vraag of The Force Awakens een goede en vermakelijke film is. Dat is het zeker. Het is de vraag of je tevreden zal zijn met A New Hope 2.0. Is er eigenlijk überhaupt wel iets mis met een geüpdatete A New Hope? Nu niets, natuurlijk. The Force Awakens symboliseert nu de grandioze terugkeer van Star Wars. Maar misschien beseffen we later dat we een film hadden gewild die iets meer z'n eigen pad had durven te bewandelen. We zullen moeten afwachten of de volgende film wat meer lef zal tonen of dat het The Empire Strikes Back 2.0 zal worden.

Carol (2015) Review



Lucas Versantvoort / 1 februari 2016

Al in de openingsscène maakt Carol een overduidelijke verwijzing naar een van de grote romantische klassiekers: David Lean's Brief Encounter. Met zo'n knipoog zou het natuurlijk een misdaad zijn je publiek daarna te voorzien van een rampzalige film. Hoge verwachtingen dus, verwachtingen die Carol helemaal waarmaakt. 
New York, de jaren vijftig. Het kerstseizoen is aangebroken. De jonge Therese (Rooney Mara) werkt als kassière in een warenhuis. Ze verveelt zich en hoopt fotografe te worden. Op een dag komt ze Carol (Cate Blanchett) tegen, een 'oudere' vrouw van in de veertig die aan het winkelen is ter voorbereiding op kerst met haar gezin, hoewel ze middenin een scheiding zit. Ze beseffen allebei snel dat ze zich tot elkaar aangetrokken voelen. Carol 'vergeet' haar handschoenen. Therese verstuurt ze per post waarna Carol haar als dank uitnodigt om te lunchen in de stad. De band tussen de twee groeit, hoewel anno 1950 niet iedereen daar blij mee is. Zowel Therese en Carol beseffen echter dat ze zich bij elkaar meer op hun gemak voelen dan bij de mannen in hun leven. 
Het is de intelligentie en terughoudendheid waarmee regisseur Todd Haynes dit liefdesverhaal ontvouwt wat Carol tot zo'n vervullende ervaring maakt. Gelukkig brengt deze terughoudendheid ook niet het verhaal tot emotionele stilstand. Integendeel. Het versterkt juist de emotionele kracht van een verhaal waarin zoveel onuitgesproken blijft, waarin alles zich onder de oppervlakte lijkt af te spelen. 
Cate Blanchett en Rooney Mara zijn perfect gecast. Blanchett is de elegantie zelve en dit is waarschijnlijk haar beste prestatie tot nu toe in een carrière die inmiddels al zo'n 25 jaar beslaat. Hetzelfde geldt voor Mara die dat onschuldige verlangen naar iets nieuws in haar leven uitdraagt zonder erbij stil te staan of dit wel goed voor haar is. Haar innerlijke transformatie is het hart van de film.
Wat Carol onderscheidt van andere films over verboden liefde is dat de film meer doet dan ingaan op hoe anno 1950 men niet ruimdenkend was op het gebied van homoseksualiteit. Dit soort verhalen maakt Hollywood al decennia en eindigen vaak onnodig tragisch om ons op hardhandige wijze iets te leren over ruimdenkendheid. Carol gaat verder en toont op volwassen wijze een relatie tussen twee mensen in plaats van een relatie tussen twee vrouwen. Dit culmineert in een verrassend einde waarmee Haynes op gedurfde wijze breekt met het Brief Encounter-format. 

The Danish Girl (2015) Review



Lucas Versantvoort / 2 februari 2016

The Danish Girl is zo’n drama dat slechts over één akte lijkt te beschikken en nooit beseft dat er zoiets bestaat als een tweede versnelling. Het verhaal over de eerste man die een transseksuele chirurgische operatie onderging is met een gedurfde sensualiteit verfilmd, maar meeslepend wordt het nooit. Je blijft altijd op een emotionele afstand naar twee acteerprestaties kijken die - het moet gezegd worden - wel uitstekend zijn.
Einar Wegener (Eddie Redmayne) en Gerda Wegener (Alicia Vikander) zijn schilders. Hij schildert landschappen, zij portretten. Op een dag is een van Gerda's modellen te laat waardoor Einar moet invallen als model. Hij voelt zich vreemd aangetrokken tot de vrouwelijke kledij. Er klikt iets in het hoofd van Einar. Hij begint zich steeds meer te vereenzelvigen met het vrouwelijke. Hij en Gerda maken er in het begin een spel van, maar Einar raakt er steeds meer overtuigd van dat hij eigenlijk een vrouw is. De dokters verklaren hem voor gek en ook zijn huwelijk met Gerda staat op het spel. Uiteindelijk vindt Einar een dokter die hem wel gelooft en bereid is een nieuwe, riskante operatie uit te voeren.
Het grote zwaktepunt is dat regisseur Hooper het drama altijd vrij statisch in beeld brengt. Er is geen tekort aan drama, maar het wordt vaak op dezelfde manier opgezet. Je krijgt het gevoel dat je steeds naar dezelfde type scène zit te kijken en vreemde camerahoeken, die voor wat variatie moeten zorgen, doen daar niets tegen. In Hooper's The King's Speech zorgden de dynamische gesprekken en ruzies tussen Colin Firth en Geoffrey Rush in ieder geval nog voor wat spanning en humor. Ook het uitbeelden van Einar en Gerda's innerlijke veranderingen laat wat te wensen over. In het geval van Einar is het logisch dat het ontdekken van zijn 'vrouwelijke kant' visueel en non-verbaal wordt uitgedrukt, bijvoorbeeld met shots van zijn gezicht terwijl hij zijn handen langs een jurk laat glijden. Maar dat excuus is niet te gebruiken bij Gerda wiens karakterontwikkeling net zoveel aandacht krijgt, maar nooit echt goed uitgediept wordt en invoelbaar wordt gemaakt. Gerda is fascinerend, omdat ze haar echtgenoot ‘verliest’, maar hem toch steunt in zijn beslissing om vrouw te worden. Vrij vooruitstrevend gezien de kleingeestigheid waarmee er met dit onderwerp rond 1920 werd omgegaan. Het is daarom zonde dat Gerda's karakterontwikkeling niet altijd even soepel is uitgewerkt. 
Het casten van Redmayne en Vikander is wel een meesterzet. Zij overstijgen het soms gebrekkige script en zetten Einar en Gerda sterk neer. Redmayne is fenomenaal tijdens de eerste ontdekkingsfase, wanneer de vreemde gelukzaligheid en vertwijfeling op z'n gezicht te lezen zijn als hij voor het eerst vrouwenkleding aanraakt en wanneer hij (verkleed als vrouw) voor het eerst een man kust. Ook Vikander weet de complexiteit van Gerda goed neer te zetten, met name het groeiende besef dat wat begon als een goed huwelijk spoedig geen huwelijk meer te noemen is. 
Een film als The Danish Girl bewijst weer hoe sterk acteerwerk een film bijna van de afgrond kan redden. Het sleutelwoord is hier 'bijna'. Hooper heeft overduidelijk sympathie voor deze mensen, maar deze sympathie zet zich - ondanks sterk acteerwerk - helaas niet om in een bevredigend eindresultaat.