Tuesday, March 17, 2015

Foxcatcher (2014) Review

Lucas Versantvoort / 6 maart 2015

Bennett Miller is really becoming a director who seems to very carefully choose his projects. After about ten years, Foxcatcher is only his third film after Capote and Moneyball, but with that kind of track record it’s hard to complain.
            Like many films before it, Foxcatcher is “based on a true story,” the advantage for me being I had never heard of this tragedy. All I knew was it was about wrestling and some millionaire. Needless to say, knowing next to nothing about Foxcatcher is a one-way ticket to dramatic impact.
            The film opens with a dissonant cello solo which segues into a piano solo accompanied by archival footage from what I assume is the Du Pont family. It all seems innocent enough, but the music lends the footage a melancholy and sinister feel. We suddenly cut to Mark Schultz who’s training. We’re also quickly introduced to his brother Dave, who Mark considers to be better than him. Even in their first scene we get a grasp of the tension between them, at least from Mark’s perspective. He wants to surpass Dave and feels frustrated, but can’t express these feelings as Dave’s the very image of kindness and support. Out of nowhere, Mark receives a call by an associate of the Du Pont family, asking if he’s willing to travel to their estate and be trained by John E. du Pont. Mark agrees and has a face to face with John who inspires him with talk of America. Mark agrees to be trained for the Olympics in Seoul ’88. For Mark, this is obviously the chance to step out of his brother’s shadow. John asks if Dave can also be persuaded, but Dave refuses, citing parental responsibilities. And so begins the strange relationship between Mark and John, a relationship that would end bloody to the shock of everyone involved.
            It’s interesting that Foxcatcher was denied a Best Picture nomination at the Oscars, but did receive nominations for directing, screenplay and so on. Obviously, despite being released way back in August, something stuck with voters, and I do think it’s the direction. Miller’s direction lends every scene a very palpable sense of dread and inevitability, this despite the relative lack of action. So much is told visually. Miller knows how to let the image do the talking, which fits the story as Mark and John are people who’s lines belies their true feelings and anxieties. Especially strong is the suggestion of how John’s family history keeps haunting him. Those people from the opening footage may be long gone, but their overbearing values live on, much to John’s frustration.
            The script too is genius, although you wouldn’t notice it at first glance. These days, it’s the creative writing à la Sorkin that is praised. Foxcatcher reverses this trend: its use of language is simplified on purpose to suggest, among other things, that John and Mark actually have nothing in common and that John is completely incapable of providing emotional support. Their first talk is almost comical. On the surface, it seems like Mark and John have ‘found each other,’ but the explicitly simple language actually hints at precisely the opposite.
            Needless to say, everything’s perfect in terms of acting. The casting is pitch perfect. Channing Tatum is provided with a role that plays to his strength, suggesting an anger that threatens to erupt at any moment. Ruffalo is seemingly becoming the next Ed Harris, the ultimate supporting actor. He’s very persuasive as what is basically the ultimate nice guy. He’s particularly impressive during the scene where, for a documentary, he’s asked to look into the camera and say some very specific, positive things about John. But the true surprise is obviously funnyman Steve Carell who plays John very calmly, but is all the while hinting at the tragedy and malice underlying his actions, his desperate attempts to gain his mother’s approval and so on.
            But, in the end, it’s Miller’s tense and tender direction that will stay with you. He emphasizes the beautiful landscape, the rolling hills and so on, but he also constantly suggests impending tragedy while never resorting to typically thriller-esque camera angles (killer cams) and so on. He uses very little to say so much. Simply through cinematography we start to understand John more and more through, his relationship with his mother, the way he looks at the countless trophies that adorn the walls of the estate, his desperate attempts to succeed in the eyes of others. Foxcatcher feels like the perfect drama, where every scene serves a purpose and it all seems to perfectly lead towards an inevitable ending. Not only that, but Miller’s direction puts a lot of faith in the audience which is always a plus. Never does the film resort to neatly tying up any psychological loose ends à la Psycho. It’s easily one of the best films of 2014.

Dutch version

Bennett Miller is echt een regisseur geworden die zorgvuldig zijn projecten kiest. Na zo'n tien jaar is Foxcatcher na Capote en Moneyball pas zijn derde film, maar met zo'n filmografie mag je zeker niet klagen wat kwaliteit betreft.
Zoals zoveel films is Foxcatcher "op feiten gebaseerd." Maar het is het beste om deze film te zien zonder voorkennis van die feiten. Dan komt Foxcatcher, eigenlijk een thriller maar ook weer niet, heel hard aan.
De film begint met een rauwe, dissonante cellosolo en pianospel met archiefbeelden van een rijke familie, de Du Ponts. De beelden zijn op het eerste gezicht onschuldig, maar de muziek geeft het een lugubere bijsmaak. Ineens knipt de film naar het heden en ontmoeten we hoofdpersoon Mark Schultz die aan het trainen is. Wanneer we zijn broer Dave zien, snappen we na de eerste scene Mark's grote frustratie al. Ze zijn allebei succesvol, maar Mark voelt zich altijd inferieur aan Dave. Hij heeft moeite om dit aan Dave te uiten, omdat zijn broer zo extreem vriendelijk en ondersteunend voor hem is. Dan krijgt Mark uit het niets een belletje van iemand die de Du Pont familie vertegenwoordigt. Hij wordt gevraagd of hij naar het landgoed wil afreizen voor een gesprek met John E. du Pont. Mark gaat akkoord en ontmoet John die, blijkbaar vanwege een enorme vaderlandsliefde, Mark wil coachen zodat ze allebei (voor ‘the good ol’ US of A’) Olympisch goud zullen winnen in Seoul in '88. Mark ziet dit natuurlijk als zijn kans om uit de schaduw van zijn broer te stappen en gaat akkoord. John vraagt ook of Mark zijn broer kan overhalen, maar die weigert vanwege zijn grote verantwoordelijkheidsgevoel voor zijn gezin. En zo begint de steeds vreemder wordende relatie tussen John en Mark, die uiteindelijk bloedig zal eindigen.
Het is opvallend dat Foxcatcher geen Oscarnominatie kreeg voor Beste Film, maar wel voor regie en het scenario. Er is ondanks de lange tijd dat de film al uit is, toch iets blijven steken bij de stemmende Academy-leden. En de regie is inderdaad een van de beste aspecten van de film. 'Actie' in de typische zin is weinig aanwezig in de film, maar Miller regisseert alles zo dat de film als een thriller aanvoelt. Een onmiskenbaar gevoel van onvermijdelijkheid is in de hele film aanwezig. We beginnen steeds meer grip te krijgen op Mark en John, wat hen drijft en hoe hun verleden hen achtervolgt. Dit is zeer sterk in beeld gebracht bij John wiens steenrijke gezin hem symbolisch blijft achtervolgen. Wanneer Mark voor het eerst het landhuis betreedt, horen we dezelfde cellosolo die speelde tijdens de archiefbeelden. Die Du Ponts zijn misschien allang overleden, maar hun traditie en succes leeft constant voort, zoals te zien is aan de trofeeën. 
Het script is ook geniaal, hoewel dit je niet meteen zou opvallen. Anno nu is het de creatieve schrijfstijl van The West Wing en The Social Network-scriptschrijver Aaron Sorkin en co die bejubeld wordt. Maar Foxcatcher draait dit om: het taalgebruik is juist expres versimpeld om aan te geven hoe Mark en John eigenlijk niets met elkaar gemeen hebben en hoe John totaal niet in staat is om hem te begeleiden en van emotionele steun te voorzien. Hun eerste gesprek is zo banaal dat het bijna grappig is. Wat ogenschijnlijk een te simpele schrijfstijl lijkt, is uiteindelijk een weerspiegeling van de infantiele personages. 
Wat acteerwerk betreft, zit alles ook helemaal goed. Channing Tatum is ongetwijfeld een moderne ‘pretty guy’ en ‘heartthrob’, maar ontwikkelt zich steeds meer als serieus acteur. Hij heeft een enorme geladenheid en de rol van Mark is hem daarom helemaal op het lijf geschreven. Op enkele momenten uit Mark al zijn frustraties, maar deze blijven verder meestal borrelen onder oppervlakte. Mark Ruffalo is zo'n beetje de moderne Ed Harris aan het worden, de ultieme bijrolacteur en dat in positieve zin. Ruffalo is overtuigend als de aandoenlijke Dave, de ultieme ‘nice guy’. Knap geacteerd is een scene waarin Dave gemanipuleerd wordt om voor een documentaire van John in de camera te kijken en gescripte, uiterst positieve dingen over John te zeggen. De grote verrassing is echter acteur Steve Carell in de rol van John. Het is altijd mooi om een voornamelijk komisch acteur zich te zien losscheuren van het gevaar van typecasting. Cynici zullen ongetwijfeld verwijzen naar het effect van de prothetische neus, maar feit blijft dat Carell een sterke acteerprestatie neerzet. Hij benadrukt perfect de sociale impotentie van John en zijn wanhoop om te slagen in de ogen van zijn moeder. 
Wat uiteindelijk het meest bijblijft, is de spanning die regisseur Miller tergend langzaam opbouwt. Miller liet deze gave al zien in Capote en het Foxcatcher-verhaal is uitermate geschikt voor deze stijl. Alles ziet er aan de oppervlakte zo mooi uit: het landhuis, de omliggende bossen. Tegelijkertijd benadrukt Miller het groeiende isolement. De film spat ook van de symboliek en het is allemaal ten gunste van de personages. We snappen Mark's behoefte om te slagen en het onbewuste gevoel dat hij zich hiervoor moet losscheuren van Dave. Ook begrijpen we steeds meer dat John dit allemaal niet doet voor 'Amerika', maar voor zichzelf. In talloze scenes wordt het verhaal puur visueel uitgelegd: hoe John in elkaar zit, zijn relatie met zijn moeder, hoe hij naar de talloze trofeeën in het huis kijkt, zijn wanhopige pogingen om belangrijk te zijn in de ogen van anderen. Regisseur Miller neemt ons als kijkers  serieus en weerstaat gelukkig de verleiding om alle losse eindjes netjes aan elkaar te knopen. Miller vertrouwt erop dat niet alles aan de kijker uitgelegd hoeft te worden. Een van de indrukwekkendste films van 2014.

No comments:

Post a Comment