Lucas Versantvoort / 6 maart 2015
Bennett Miller
is really becoming a director who seems to very carefully choose his projects.
After about ten years, Foxcatcher is
only his third film after Capote and Moneyball, but with that kind of track
record it’s hard to complain.
Like many films before it, Foxcatcher is “based on a true story,”
the advantage for me being I had never heard of this tragedy. All I knew was it
was about wrestling and some millionaire. Needless to say, knowing next to
nothing about Foxcatcher is a one-way
ticket to dramatic impact.
The film opens with a dissonant
cello solo which segues into a piano solo accompanied by archival footage from
what I assume is the Du Pont family. It all seems innocent enough, but the
music lends the footage a melancholy and sinister feel. We suddenly cut to Mark
Schultz who’s training. We’re also quickly introduced to his brother Dave, who
Mark considers to be better than him. Even in their first scene we get a grasp
of the tension between them, at least from Mark’s perspective. He wants to
surpass Dave and feels frustrated, but can’t express these feelings as Dave’s
the very image of kindness and support. Out of nowhere, Mark receives a call by
an associate of the Du Pont family, asking if he’s willing to travel to their
estate and be trained by John E. du Pont. Mark agrees and has a face to face
with John who inspires him with talk of America. Mark agrees to be trained for
the Olympics in Seoul ’88. For Mark, this is obviously the chance to step out
of his brother’s shadow. John asks if Dave can also be persuaded, but Dave
refuses, citing parental responsibilities. And so begins the strange
relationship between Mark and John, a relationship that would end bloody to the
shock of everyone involved.
It’s interesting that Foxcatcher was denied a Best Picture
nomination at the Oscars, but did receive nominations for directing, screenplay
and so on. Obviously, despite being released way back in August, something stuck
with voters, and I do think it’s the direction. Miller’s direction lends every
scene a very palpable sense of dread and inevitability, this despite the
relative lack of action. So much is told visually. Miller knows how to let the
image do the talking, which fits the story as Mark and John are people who’s
lines belies their true feelings and anxieties. Especially strong is the
suggestion of how John’s family history keeps haunting him. Those people from
the opening footage may be long gone, but their overbearing values live on,
much to John’s frustration.
The script too is genius, although
you wouldn’t notice it at first glance. These days, it’s the creative writing à
la Sorkin that is praised. Foxcatcher
reverses this trend: its use of language is simplified on purpose to suggest,
among other things, that John and Mark actually have nothing in common and that
John is completely incapable of providing emotional support. Their first talk
is almost comical. On the surface, it seems like Mark and John have ‘found each
other,’ but the explicitly simple language actually hints at precisely the
opposite.
Needless to say, everything’s
perfect in terms of acting. The casting is pitch perfect. Channing Tatum is provided
with a role that plays to his strength, suggesting an anger that threatens to
erupt at any moment. Ruffalo is seemingly becoming the next Ed Harris, the
ultimate supporting actor. He’s very persuasive as what is basically the
ultimate nice guy. He’s particularly impressive during the scene where, for a
documentary, he’s asked to look into the camera and say some very specific,
positive things about John. But the true surprise is obviously funnyman Steve
Carell who plays John very calmly, but is all the while hinting at the tragedy
and malice underlying his actions, his desperate attempts to gain his mother’s
approval and so on.
But, in the end, it’s Miller’s tense
and tender direction that will stay with you. He emphasizes the beautiful
landscape, the rolling hills and so on, but he also constantly suggests
impending tragedy while never resorting to typically thriller-esque camera
angles (killer cams) and so on. He uses very little to say so much. Simply
through cinematography we start to understand John more and more through, his
relationship with his mother, the way he looks at the countless trophies that
adorn the walls of the estate, his desperate attempts to succeed in the eyes of
others. Foxcatcher feels like the
perfect drama, where every scene serves a purpose and it all seems to perfectly
lead towards an inevitable ending. Not only that, but Miller’s direction puts a
lot of faith in the audience which is always a plus. Never does the film resort
to neatly tying up any psychological loose ends à la Psycho. It’s easily one of the best films of 2014.
Dutch version
Bennett Miller is echt een regisseur geworden die zorgvuldig
zijn projecten kiest. Na zo'n tien jaar is Foxcatcher
na Capote en Moneyball pas zijn derde film, maar met zo'n filmografie mag je
zeker niet klagen wat kwaliteit betreft.
Zoals zoveel films is Foxcatcher "op feiten
gebaseerd." Maar het is het beste om deze film te zien zonder voorkennis
van die feiten. Dan komt Foxcatcher,
eigenlijk een thriller maar ook weer niet, heel hard aan.
De film begint met een rauwe,
dissonante cellosolo en pianospel met archiefbeelden van een rijke familie, de
Du Ponts. De beelden zijn op het eerste gezicht onschuldig, maar de muziek
geeft het een lugubere bijsmaak. Ineens knipt de film naar het heden en
ontmoeten we hoofdpersoon Mark Schultz die aan het trainen is. Wanneer we zijn
broer Dave zien, snappen we na de eerste scene Mark's grote frustratie al. Ze
zijn allebei succesvol, maar Mark voelt zich altijd inferieur aan Dave. Hij
heeft moeite om dit aan Dave te uiten, omdat zijn broer zo extreem vriendelijk
en ondersteunend voor hem is. Dan krijgt Mark uit het niets een belletje van
iemand die de Du Pont familie vertegenwoordigt. Hij wordt gevraagd of hij naar
het landgoed wil afreizen voor een gesprek met John E. du Pont. Mark gaat
akkoord en ontmoet John die, blijkbaar vanwege een enorme vaderlandsliefde,
Mark wil coachen zodat ze allebei (voor ‘the good ol’ US of A’) Olympisch goud
zullen winnen in Seoul in '88. Mark ziet dit natuurlijk als zijn kans om uit de
schaduw van zijn broer te stappen en gaat akkoord. John vraagt ook of Mark zijn
broer kan overhalen, maar die weigert vanwege zijn grote verantwoordelijkheidsgevoel
voor zijn gezin. En zo begint de steeds vreemder wordende relatie tussen John
en Mark, die uiteindelijk bloedig zal eindigen.
Het is opvallend dat Foxcatcher geen Oscarnominatie kreeg
voor Beste Film, maar wel voor regie en het scenario. Er is ondanks de lange
tijd dat de film al uit is, toch iets blijven steken bij de stemmende Academy-leden.
En de regie is inderdaad een van de beste aspecten van de film. 'Actie' in de
typische zin is weinig aanwezig in de film, maar Miller regisseert alles zo dat
de film als een thriller aanvoelt. Een onmiskenbaar gevoel van
onvermijdelijkheid is in de hele film aanwezig. We beginnen steeds meer grip te
krijgen op Mark en John, wat hen drijft en hoe hun verleden hen achtervolgt.
Dit is zeer sterk in beeld gebracht bij John wiens steenrijke gezin hem
symbolisch blijft achtervolgen. Wanneer Mark voor het eerst het landhuis
betreedt, horen we dezelfde cellosolo die speelde tijdens de archiefbeelden.
Die Du Ponts zijn misschien allang overleden, maar hun traditie en succes leeft
constant voort, zoals te zien is aan de trofeeën.
Het script is ook geniaal, hoewel dit je
niet meteen zou opvallen. Anno nu is het de creatieve schrijfstijl van The West
Wing en The Social Network-scriptschrijver Aaron Sorkin en co die bejubeld
wordt. Maar Foxcatcher draait dit om:
het taalgebruik is juist expres versimpeld om aan te geven hoe Mark en John
eigenlijk niets met elkaar gemeen hebben en hoe John totaal niet in staat is om
hem te begeleiden en van emotionele steun te voorzien. Hun eerste gesprek is zo
banaal dat het bijna grappig is. Wat ogenschijnlijk een te simpele schrijfstijl
lijkt, is uiteindelijk een weerspiegeling van de infantiele personages.
Wat acteerwerk betreft, zit alles ook helemaal
goed. Channing Tatum is ongetwijfeld een moderne ‘pretty guy’ en ‘heartthrob’,
maar ontwikkelt zich steeds meer als serieus acteur. Hij heeft een enorme
geladenheid en de rol van Mark is hem daarom helemaal op het lijf geschreven.
Op enkele momenten uit Mark al zijn frustraties, maar deze blijven verder
meestal borrelen onder oppervlakte. Mark Ruffalo is zo'n beetje de moderne Ed
Harris aan het worden, de ultieme bijrolacteur en dat in positieve zin. Ruffalo
is overtuigend als de aandoenlijke Dave, de ultieme ‘nice guy’. Knap geacteerd
is een scene waarin Dave gemanipuleerd wordt om voor een documentaire van John in
de camera te kijken en gescripte, uiterst positieve dingen over John te zeggen.
De grote verrassing is echter acteur Steve Carell in de rol van John. Het is
altijd mooi om een voornamelijk komisch acteur zich te zien losscheuren van het
gevaar van typecasting. Cynici zullen ongetwijfeld verwijzen naar het effect
van de prothetische neus, maar feit blijft dat Carell een sterke
acteerprestatie neerzet. Hij benadrukt perfect de sociale impotentie van John
en zijn wanhoop om te slagen in de ogen van zijn moeder.
Wat uiteindelijk het meest bijblijft,
is de spanning die regisseur Miller tergend langzaam opbouwt. Miller liet deze
gave al zien in Capote en het Foxcatcher-verhaal is uitermate geschikt
voor deze stijl. Alles ziet er aan de oppervlakte zo mooi uit: het landhuis, de
omliggende bossen. Tegelijkertijd benadrukt Miller het groeiende isolement. De
film spat ook van de symboliek en het is allemaal ten gunste van de personages.
We snappen Mark's behoefte om te slagen en het onbewuste gevoel dat hij zich
hiervoor moet losscheuren van Dave. Ook begrijpen we steeds meer dat John dit
allemaal niet doet voor 'Amerika', maar voor zichzelf. In talloze scenes wordt het
verhaal puur visueel uitgelegd: hoe John in elkaar zit, zijn relatie met zijn
moeder, hoe hij naar de talloze trofeeën in het huis kijkt, zijn wanhopige
pogingen om belangrijk te zijn in de ogen van anderen. Regisseur Miller neemt
ons als kijkers serieus en weerstaat
gelukkig de verleiding om alle losse eindjes netjes aan elkaar te knopen.
Miller vertrouwt erop dat niet alles aan de kijker uitgelegd hoeft te
worden. Een van de indrukwekkendste films van 2014.
No comments:
Post a Comment