Lucas Versantvoort / 20 januari 2016
Films over het instorten van de economie zie je niet elk
dag. The Big Short, het verhaal over
een handvol mensen die de crash van 2008 zagen aankomen, vertelt dit
doemscenario met veel flair. Aan de cynische toon van de film kun je echter merken
dat de filmmakers gefrustreerd zijn over de crisis en het feit dat die
voorkomen had kunnen worden.
Hedgefondsmanager Michael Burry
(Christian Bale) duikt de cijfers van de Amerikaanse huizenmarkt in en doet een
ijzingwekkende ontdekking: deze markt - en dus de economie - staat op
instorten. Handelaar Jared Vennett (Ryan Gosling) ontdekt hetzelfde en om te
profiteren van deze voorkennis sluit hij een deal met een andere
hedgefondsmanager, Mark Baum (Steve Carell). Vennett vertelt hem dat het
instorten van de huizenmarkt terug te herleiden is tot CDO's ('collateralized
debt obligations'). Twee jonge investeerders, Geller en Shipley, zien ook de
crash aankomen en proberen hier met hulp van gepensioneerde bankier Rickert
(Brad Pitt) een slaatje uit te slaan.
Het is mooi om Steve Carell weer in een
voornamelijk serieuze rol te zien na zijn succes met Foxcatcher. De rol is vrij eentonig en een emotioneel subplot maakt
weinig indruk, maar dat ligt meer aan het script. Christian Bale valt ook op
als de neurotische, verlegen Michael Burry die niet serieus genomen wordt en de
enige op zijn werk is die de crash ziet aankomen.
De film weet - zoals een van de
personages zegt - dat mensen niet graag willen nadenken over wat er allemaal
mis kan gaan. Dat maakt het ook niet makkelijk voor The Big Short, een film over het instorten van de markt. De
schrijvers proberen daarom het scenario te voorzien van dialogen die van het
scherm spatten, zoals we dat wel gezien hebben in The Social Network. Deze flair zien we ook terug in de montage.
Soms levert dit geweldige momenten op, zoals wanneer personages in de camera
kijken en iets corrigeren of becommentariƫren. Maar wanneer het mislukt, komt
het over als een wanhopige poging om het script ‘cooler’ te maken dan het
eigenlijk is. Vooral pijnlijk zijn de momenten dat de filmmakers bekende
sterren -- zoals Margot Robbie in een badkuip -- erbij halen om de ingewikkelde
terminologie begrijpelijker te maken. De film wil zo wanhopig het complexe
verhaal met een vette knipoog toegankelijk maken dat het iets wegneemt van de gravitas
van het feitelijke verhaal.
Het zijn dit soort stilistische keuzes
die het succes van de film op een vrij paradoxale manier in de weg staan. De
film is overtuigend en vermakelijk vanwege de flair waarmee het de crisis en het
exces van de banken in beeld brengt, maar deze flair maakt de film soms te
gestileerd en ongeloofwaardig. Dezelfde paradox zien we ook in de casting. De
bekende acteurs zijn allemaal geloofwaardig, maar hun bekendheid neemt iets van
het realiteitsgehalte weg. Het cynisme en de onderliggende frustratie houden The Big Short - in tegenstelling tot de huizenmarkt
- uiteindelijk wel staande.
No comments:
Post a Comment